Vastentijd. 

 

Op een aantal plekken in het Oude Testament wordt er gesproken over een periode van ‘totaal in rust’. De letterlijke vertaling van de Hebreeuwse woorden  tə'annū 'eṯ- napšōṯêḵem,is jullie ziel neerdrukken. In de Nederlandse Bijbelvertalingen wordt dit vertaalt met vasten, verootmoedigen, of in onthouding doorbrengen. ‘Totaal in rust’ wordt het duidelijkst beschreven in Leviticus 23:32. Het moet voor u een sabbat zijn, een dag van volledige rust, en u moet uzelf verootmoedigen.” (Sabbat betekent rust.) 

In Exodus 12:16 wordt weergegeven wat een Sabbat inhoud. Geen enkel werk mag op die [dag] gedaan worden. Alleen dat wat door iedere persoon gegeten wordt, mag door u klaargemaakt worden.”

‘Totaal in rust’ is dus zowel lichamelijk als geestelijk, je volledig wijden aan God. Alles wat dat in de weg staat zorgt er voor dat je niet tot rust kan komen.

 

Dit gebod wordt soms wel anders geïnterpreteerd en toegepast in de Bijbel. Soms wordt het gebruikt als middel voor rouw wat we terugvinden in het Bijbelboek Jona, maar soms ook zoals vermeldt staat in 2 Samuel 1: 12. In Het Nieuwe Testament wordt er ook een aantal keren vermeld dat men aan een vorm van dit gebod deed. (Bv. Mattheüs 6:16-18 of 1 Korinthiërs 7:5)

 

Over het begin van de vastentijd is niets bekend omdat hier geen stukken over zijn uit de eerste eeuwen na Christus. Wel is duidelijk dat het geen apostolische instelling is omdat de Bijbel hier niets over vermeld. 

In een document van Eusubius uit 250 na Chr. is er wel een vermelding te lezen. Daaruit blijkt dat voor Pasen op verschillende manieren werd gevast,  1 of 2 dagen, 14 dagen of 40 uur. (40 uur staat voor de uren die Jezus in het graf heeft gelegen.)

Tijdens de Concilie van Nicea (325) wordt vastgesteld dat de vastentijd 40 dagen moest zijn. Of dit voor dit jaar ook al gebeurde, is onduidelijk. Waarschijnlijk is het op 40 dagen gesteld omdat het getal 40 een symbolische betekenis heeft in de Bijbel. (Mozes Exodus 34:28, Elia 1 Koningen 19:7-8, Ninevieten Jona 3:4 en Jezus Matteüs 4:2 vroegekerken.nl)

 

Niet alleen de lengte van de vastentijd was verschillend, maar inhoudelijk ook. Volledig onthouden van eten bij korte periodes tot 1 maaltijd per dag of 2 maaltijden per week bij langere periodes. Wijn en vlees waren verboden, meestal was het brood, zout en groente.

 

In deze tijd zijn er ook nog steeds verschillen. 

In de Roomse Katholieke kerk staat de vastentijd voor 46 dagen, dit is direct na carnaval en op de zondagen wordt niet gevast. Bij de Rooms Katholieke kerk hanteren ze het onthoudingsgebod,  al wordt hier soepel mee omgegaan.

Binnen de orthodoxe kerken is het 40 dagen. Beginnend op de maandag, 7 weken voor Pasen. Op woensdag en vrijdag wordt er niet gevast. Dit geldt voor alle vastendagen/ periodes.

Binnen de protestantse kerken is hierin geen eenheid. In verschillende kerken zijn er wel groepen mensen die zich houden aan een vorm van vasten. De periode en inhoud hiervan is heel divers. 

In de vastentijd voor Pasen wordt er met name stilgestaan bij de voorspellingen en gebeurtenissen die in verband staan met het lijden en sterven van Jezus.